Voorwaarden rond financiële hulp voor organisaties bij personeelsaanwerving belast met begeleiding van gerechtelijke maatregelen
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Justitie Koen Geens en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken Jan Jambon een ontwerp van koninklijk besluit en een ontwerp van ministerieel besluit goed dat de voorwaarden vastlegt waarbij organisaties financiële hulp verkrijgen om personeel aan te werven dat gerechtelijke maatregelen begeleidt.
Het ontwerp van koninklijk besluit dat het koninklijk besluit van 12 augustus 1994 vervangt, legt de voorwaarden vast waaraan organisaties moeten voldoen om financiële hulp te verkrijgen voor personeelsaanwerving. Het gaat daarbij om personeel dat belast is met de begeleiding van een dienstverlening, een werkstraf, een opleiding of een behandeling in het kader van een gerechtelijke maatregel.
De toekenning van de financiële toelage is afhankelijk van de overeenkomst, die voor een periode van vier jaar, tussen de minister en de betrokken organisatie wordt afgesloten. De toelage wordt, binnen de perken van de beschikbare kredieten, als een forfaitaire tussenkomst toegekend in de kosten die voortvloeien uit de uitvoering van de overeenkomst. Indien de voorwaarden niet gerespecteerd worden, kan de minister de forfaitaire tussenkomst afschaffen en de gedeelteijke of volledige teruginning ervan.
De toelagen worden toegekend volgens het principe van jaarlijks globale enveloppen die de personeelskosten en de actiemiddelen voor bijkomende aanwervingen en werkingskosten bevatten. Binnen de globale enveloppe bedraagt de overdracht van de toegekende bedragen ten hoogste de totaalsom van de maximale forfaitaire bedragen die voorzien zijn voor de actiemiddelen en werkingskosten. De globale enveloppe geeft de organisaties meer autonomie inzake het financiële beheer van hun begeleidingsdiensten en zorgt voor administratieve vereenvoudiging in de opvolging en uitvoering van de overeenkomsten.
Het ontwerp wordt voor advies aan de Raad van State voorgelegd.