Hulpverleningszones: de verdeelsleutel van de stemmen in de raad van de hulpverleningszone
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken Jan Jambon een ontwerp van koninklijk besluit goed over de berekening van het aantal stemmen waarover een zoneraadslid beschikt in de raad van de hulpverleningszone.
De wet heeft tot doel om ook de dotatie van de provincie in aanmerking te nemen bij het bepalen van de verdeelsleutel van de stemmen binnen de zoneraad, indien de provincie bijdraagt in de financiering van de hulpverleningszone.
De wet van 15 mei 2007 inzake civiele veiligheid voorziet dat elke hulpverleningszone bestuurd wordt door een zoneraad, samengesteld uit de burgemeesters van de gemeenten die deel uitmaken van de hulpverleningszone. De wet geeft echter ook de mogelijkheid aan de provincies om bij te dragen aan de financiering van de zone. In dat geval kan de raad beslissen om een lid van de provincieraad de hoedanigheid van zoneraadslid toe te kennen.
In zijn oorspronkelijke versie voorzag de wet dat voor de stemming over het opstellen van de begroting, de begrotingswijzigingen en de jaarrekeningen, elk lid over een gewogen stem kon beschikken in verhouding tot de dotatie van zijn gemeente. Er was geen sprake van een mogelijke dotatie van de provincie.
De wet van 21 december 2013 over diverse bepalingen Binnenlandse Zaken heeft de wetgeving gewijzigd en voorziet nu dat elk lid van de zoneraad, voor de stemming over het opstellen van de begroting, de begrotingswijzigingen en de jaarrekeningen, over een gewogen stem in verhouding tot de dotatie van zijn gemeente of van zijn provincie beschikt.
Het ontwerp van koninklijk besluit dat vandaag goedgekeurd werd, wijzigt dus het koninkijk besluit van 10 juli 2013. Het werd voor advies aan de Raad van State voorgelegd.
Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 juli 2013 inzake de berekening van het aantal stemmen waarover een zoneraadslid beschikt in de raad van de hulpverleningszone.