Deelname van Kroatië aan de Europese Economische Ruimte
Op voorstel van minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders keurt de ministerraad een voorontwerp van wet goed houdende instemming met de overeenkomst betreffende de deelname van de Republiek Kroatië aan de Europese Economische Ruimte en drie daarmee verband houdende overeenkomsten.
De Republiek Kroatië trad op 1 juli 2013 als 28ste Lidstaat tot de Europese Unie toe. Na deze toetreding heeft Kroatië gevraagd om een overeenkomstsluitende partij bij de overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte te worden en dit op grond van artikel 128 van de EER-Overeenkomst.
Deze overeenkomst werd door de Europese Unie, IJsland, het Vorstendom Liechtenstein, het Koninkrijk Noorwegen en de Republiek Kroatië te Brussel ondertekend op 11 april 2014. Op basis van een uitwisseling van brieven tussen de Europese Unie en IJsland, respectievelijk het Vorstendom Liechtenstein en het Koninkrijk Noorwegen, trad deze overeenkomst voorlopig in werking op 12 april 2014. België ondertekende de overeenkomst te Brussel op 5 november 2014.
De overeenkomst voorziet in de technisch-juridische aanpassing van de overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte (ondertekend te Porto op 2 mei 1992) aan de toetreding van de Republiek Kroatië tot de EER nadat het land lid werd van de Europese Unie.