Moeders die borstvoeding geven in kinderopvangvoorzieningen beter begeleiden
Moedermelk is de beste voeding voor jonge kinderen. Hoewel dit goed gekend is, blijft de duur van de borstvoeding in België relatief kort. Eén van de redenen waarom vrouwen stoppen is een gebrek aan steun wanneer ze het werk hernemen. Het Federaal Borstvoedingscomité heeft daarom nieuwe aanbevelingen opgesteld die moeten helpen om borstvoedende moeders in kinderopvang beter te ondersteunen.
De WGO (Wereldgezondheidsorganisatie) beveelt aan dat zuigelingen tot 6 maanden exclusief borstvoeding krijgen. Nadien moet borstvoeding nog altijd een belangrijk element zijn van de voeding van het kind tot 2 jaar. Om borstvoeding te ondersteunen heeft België al belangrijke investeringen gedaan via het “Babyvriendelijk Ziekenhuis Initiatief” in materniteiten. Dit had al een toename van moeders die borstvoeding geven bij het verlaten van de materniteit tot gevolg.
Bij het hernemen van het werk daalt het aantal borstvoedende vrouwen echter sterk. In België geeft minder dan 40% van de moeders nog borstvoeding na 3 maanden. De meerderheid onder hen kan hun werk- en privéleven, borstvoeding en kinderopvang niet combineren.
De laatste jaren hebben de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu en het Federaal Borstvoedingscomité (FBVC) verschillende campagnes gevoerd en aanbevelingen gemaakt om borstvoeding in de openbare ruimte en op het werk te promoten. De FOD Volksgezondheid en het FBVC (waar onder andere ook Kind en Gezin en ONE deel van uitmaken) stellen nu een reeks aanbevelingen voor die de moeders die willen blijven borstvoeding geven tijdens de kinderopvang te steunen.
Zo wordt bijvoorbeeld aanbevolen om het personeel van de kinderopvang op te leiden over borstvoeding, de ouders te informeren over die mogelijkheid, kinderen moedermelk te geven die door de mama’s wordt voorzien, het ritme van de kinderen te respecteren en te voeden op vraag. De kinderopvang moet de middelen krijgen om deze maatregelen te kunnen waarmaken.
Borstvoeding heeft voordelen voor zowel de gezondheid van het kind op korte en lange termijn, voor de gezondheid van de moeder en voor de maatschappij. Het laat toe om de kosten voor de gezondheidszorg als gevolg van niet-borstvoeding te verminderen, het vermindert de ecologische impact door kunstvoeding en het vermindert het absenteïsme van de ouders op het werk.
Voor meer informatie over borstvoeding en de aanbevelingen kan u terecht op: www.borstvoedingnatuurlijk.be
Contact:
Sven Heyndrickx
Adjunct-woordvoerder FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu
0473/83.64.90