Hoort bij Ministerraad van 28 maart 2014
Bijakte bij de bestuursovereenkomst 2013-2015 van de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers
De ministerraad gaat akkoord met het ontwerp van bijakte bij de bestuursovereenkomst 2013-2015 van de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers (RKW).
Het ontwerp voegt een bijakte bij de bestuursovereenkomst 2013-2015 met de RKW in. Er worden een aantal bijkomende opdrachten in de bestuursovereenkomst ingevoegd die verband houden met de overdracht van de bevoegdheid van de kinderbijslag naar de gemeenschappen en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie in het kader van de zesde staatshervorming.
De bijkomende opdrachten zijn:
- de overname van het beheer en de betaling van de gezinsbijslag voor het personeel van de werkgevers van de overheidssector
- naar aanleiding van de harmonisering van het stelsel voor werknemers en zelfstandigen, wordt de RKW, die nu al de regulator van het werknemersstelsel is, ook de regulator van het kinderbijslagstelsel voor zelfstandigen. De kinderbijslagfondsen zullen dan ook over de dossiers van het zelfstandigenstelsel moeten rapporteren aan de RKW.
- naar aanleiding van de overdracht van de bevoegdheid inzake kinderbijslag worden de gemeenschappen en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie bevoegd, maar kunnen de Rijksdienst en de kinderbijslagfondsen nog steeds deze bevoegdheid voor hun rekening uitoefenen. De gemeenschappen kunnen wel al wijzigingen aanbrengen in de regeling, bijvoorbeeld aan de bedragen. Om dat op een correcte manier te laten verlopen, moeten er diverse wijzigingen en toevoegingen in de bestaande kinderbijslagdossiers gebeuren onder andere op het vlak van de informaticatoepassingen.
- tijdens de voorbereiding van de bevoegdheidsoverdracht en tijdens de overgangsperiode zullen allerhande interne en externe communicatie-acties gevoerd worden voor verschillende doelgroepen en er komt ook een nieuwe website met de nieuwe naam van de dienst FAMIFED
- er wordt een cel projectmanagement opgestart om de voorbereiding van de overgangsperiode en de uiteindelijke overdracht op het vlak van de human resources in goede banen te leiden