Rechten en plichten van de spoorreiziger
De ministerraad keurt op voorstel van staatssecretaris voor Mobiliteit Melchior Wathelet een voorontwerp van wet goed over de rechten en plichten van reizigers in het treinverkeer.
Het voorontwerp verenigt de bepalingen die met de inwerkingtreding van de Europese verordening 1371/2007 betreffende de rechten en verplichtingen van reizigers in het treinverkeer van kracht werden, waaronder de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 maart 2013. De nieuwe tekst creëert een enkel instrument dat het verloop van een klacht vanaf de indiening door de reiziger tot de eventuele oplegging van een administratieve boete regelt.
Ook de sancties in geval van inbreuk op de verordening worden gewijzigd. De inbreuken zijn ingedeeld in drie klassen, op basis van het aantal reizigers dat betrokken is en de ernst van het ondervonden nadeel. De klassen beantwoorden aan sancties van 750 tot 1500 euro, 2000 tot 4000 euro en 6000 tot 12000 euro. Ze bieden de
mogelijkheid om de beslissing tot het opleggen van een boete te motiveren rekening houdend met de feiten van de
zaak, de verdedigingsmiddelen en de uitleg die de vermeende overtreder geeft, alsook de stukken van het administratieve dossier, zoals de getuigenissen.
Het voorontwerp voert ook twee nieuwe inbreuken in:
- voor de inperking van de rechten van de reizigers via de vervoersvoorwaarden van de spoorwegonderneming
- voor de blokkering van de werkzaamheden van het bestuur door de spoorwegonderneming doordat ze niet op de vragen antwoordt
Het ontwerp wordt voor advies aan de Raad van State voorgelegd.