Wijziging van de procedure van inning bij de Raad van State
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Binnenlandse Zaken Joëlle Milquet en minister van Financiën Koen Geens het ontwerp van koninklijk besluit goed dat de reglementering van de inning van de kosten bij de Raad van State wijzigt.
Wat de inningswijze van de rechten betreft, keert het ontwerp terug naar een betaling van de rechten bij het begin van de procedure en niet meer op het einde ervan. Na het indienen van het beroep stuurt de griffie van de Raad van State een betalingsformulier naar de debiteur in de vorm van een overschrijving met de vermelding van een referentie naar het rolnummer van de zaak. Die formule, die ontleend is aan wat vroeger gebeurde, zorgt voor een betere inning van de rechten.
Het ontwerp verhoogt tevens het bedrag van de rechten dat men moet betalen bij een beroep bij de Raad van State. Het bedrag van de rechten wordt opgetrokken van 175 naar 200 euro voor de verzoekende partij en van 125 naar 150 euro voor de tussenkomende partij. Die nieuwe bedragen vervangen die welke in 2002 werden vastgelegd en de stijging ligt veel lager dan het product van de indexering.
Die bedragen worden voortaan voorgeschoten door de verzoekende partij en worden terugbetaald wanneer ze de gevraagde annulatie bekomt.
Het project treedt in werking op 1 maart 2014.