FOD Financiën weerlegt de beweringen aangaande de doorstorting van de gemeentelijke opcentiemen.
De bewering dat de federale overheid bewust een deel van de opcentiemen dit jaar niet zou doorstorten is onjuist.
In de eerste plaats dient opgemerkt dat de inkohieringen globaal op koers zijn: eind oktober werden reeds ruim 3,5 miljoen aanslagbiljetten uitgestuurd, wat nauw aansluit bij het ritme van 2012.
Zoals gewoonlijk doet de federale overheid een eerste doorstorting van gemeentelijke opcentiemen op het einde van het jaar, gebaseerd op een raming, om het jaar erop het saldo te betalen. Zo ook voor dit jaar: een deel wordt einde 2013 gestort op basis van ramingen. Het saldo wordt in 2014 betaald. Die betalingen zijn telkens de exacte weerspiegeling van wat de Federale Staat in kas heeft. Er wordt aan de gemeenten betaald op basis van wat er precies door de federale overheid werd ontvangen. Zo zullen lagere doorstortingen einde 2013 louter eventuele lagere kasontvangsten voor de federale overheid op 31 december 2013 weerspiegelen.
De betaling door de federale overheid aan de gemeenten per einde 2013 wordt geraamd op basis van de inkohieringen einde oktober – dit zijn aanslagbiljetten waarvan het saldo uiterlijk eind december in de schatkist moet worden gestort respectievelijk terugbetaald. Dit jaar was het globale verwerkingsritme van de vereenvoudigde aangiftes nog sneller dan vorig jaar, mede door een iets vertraagde inkohiering van de Tax on Web-aangiftes ten gevolge van enkele correcties die aan het berekeningsprogramma moesten worden aangebracht. Daardoor vergrootte het relatieve aandeel van de vooraf ingevulde aangiftes in het totaal van de aangiftes die op 31 oktober werden ingekohierd. Omdat deze vooraf ingevulde aangiftes doorgaans opbrengsten betreffen die relatief minder zwaar wegen, kan dit voorlopig tot lagere ontvangsten aanleiding geven.
Tot slot dient opgemerkt dat de laatste ramingen van de fiscale ontvangsten aantonen dat die ontvangsten exact op koers zijn. In ESER termen zullen alle kasbetalingen tot einde februari meetellen voor begrotingsjaar 2013.