Topfuncties blijven onbereikbaar voor vrouwen
Brussel, 28.05.2013 – Vandaag stelde het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen de nieuwe editie van zijn publicatie Vrouwen aan de Top voor op een gelijknamige studiedag. De vaststelling daarbij spreekt voor zich: sinds de eerste editie in 2009 blijven vrouwen nog steeds ondervertegenwoordigd in het besluitvormingsproces.
“Er is een tendens in de richting van gelijkheid, maar de toename is beperkt”, legt Michel Pasteel, directeur van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen, uit. “In sommige sectoren stagneerde de vrouwelijke aanwezigheid of ging zij zelfs achteruit. Omgekeerd is het zo dat organisaties die genderinitiatieven treffen ook doorgaans een hoger aandeel vrouwelijke bestuursleden tellen of er het sterkst op vooruit zijn gegaan.”
De top bereiken blijft moeilijk voor vrouwen
Dit rapport wilde de vertegenwoordiging van vrouwen en mannen in topfuncties analyseren, en dit in verschillende domeinen, aan de top van ondernemingen, werknemers- en werkgeversorganisaties, de media en redacties, de academische besturen, de ordes van vrije beroepen, ngo’s, maar ook in de politieke wereld, de juridische macht, het leger, de overheid en de Nationale Bank.
In 2008 leken vrouwen relatief goed vertegenwoordigd te zijn in de media. Vier jaar later blijft het aandeel vrouwelijke verantwoordelijke uitgevers stabiel op 30%, terwijl het aandeel vrouwelijke inhoudsverantwoordelijken er zelfs op achteruit is gegaan met een daling naar 21,4%.
In de academische besturen nam de aanwezigheid van vrouwen in de raden van bestuur van de universiteiten amper toe, van 21% naar 23%. Deze stijging was bovendien te wijten aan een daling van het aantal mannelijke bestuursleden, en niet aan een toename van het aantal vrouwelijke bestuursleden. Ook in 2012 is er slechts één vrouwelijke rector. Kortom: het aandeel vrouwen aan de top van de academische besturen staat in scherp contrast met de oververtegenwoordiging van vrouwelijke studenten.
De top van de rechterlijke macht blijft sterk gedomineerd door mannen. Vrouwen blijven duidelijk ondervertegenwoordigd. Opnieuw vormen de arbeidshoven de uitzondering met 40% vrouwen aan de top.
Heeft de invoering van quota al effect?
Net als bij de eerste editie, werd de aanwezigheid van vrouwen aan de top van ondernemingen geëvalueerd, met dat verschil dat onlangs een wet werd gestemd, gesteund door de Vice-Eerste Minister, Minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, Joëlle Milquet, die bedrijven ertoe verplicht een raad van bestuur te hebben die uit minstens één derde vrouwen bestaat. Aangezien zij daarvoor beschikken over een overgangsperiode van 6 à 8 jaar (afhankelijk van de grootte van het bedrijf), kan de studie de gevolgen van de wet dus niet meten, maar wel vaststellen of sommige ondernemingen al anticiperen op de wettelijke verplichting.
In 2012 bedraagt het aandeel vrouwen in de raden van bestuur van de Belgische beursgenoteerde bedrijven en de 100 grootste bedrijven die niet op de beurs genoteerd staan 10%, tegenover 8% in 2008. “Een beperkte maar duidelijke stijging”, volgens Michel Pasteel. “De aanwezigheid van vrouwen aan de top van het operationele management van deze bedrijven, dit wil zeggen het aantal vrouwelijke gedelegeerd bestuurders, is uitgedrukt in een percentage, gestegen, maar in aantal zijn ze gedaald. De beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde bedrijven tellen respectievelijk slechts 5 en 2 vrouwelijke gedelegeerd bestuurders, tegenover 6 en 3 in 2008.”
Onlangs keurde de federale regering, op initiatief van de Vice-Eerste Minister, Minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, de Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken en de Minister belast met Ambtenarenzaken, een maatregel goed die tegen eind 2012 een minimumquotum van minstens één zesde vrouwen aan de top van de federale ambtenarij oplegt. Bij de federale en programmatorische overheidsdiensten wordt dit quotum enkel gehaald bij de directeurs (16,7%). Aangezien het aandeel in 2008 nog 36,7% bedroeg, gaat het hier om een duidelijke achteruitgang. Bij de directeurs-generaal ligt het aandeel vrouwen in 2012 op 11,6%. Daarmee is het aandeel stabiel gebleven ten opzichte van 2008. Tenslotte is er in 2012 geen enkele vrouw onder de voorzitters van het directiecomité (de hoogste functies binnen de federale ambtenarij). Dit is een achteruitgang ten opzichte van 2008. Enkel bij de overige federale instellingen zijn er duidelijke tekenen van vooruitgang. Daar steeg het aandeel vrouwelijke directeurs-generaal van 9,1% naar 29,2% en het aandeel vrouwelijke directeurs van 0% naar 33,3%. Tenslotte vinden we in het Directiecomité van de Nationale Bank van België, net als in 2008, 25 procent vrouwen.
“Deze resultaten bevestigen dat de invoering van quota onmisbaar is om tot een evenwichtige aanwezigheid van vrouwen en mannen aan de top van de ladder te komen”, besluit Michel Pasteel. “Enkel de vaststelling van ongelijkheden, de media-aandacht voor het glazen plafond en het sensibiliseren rond stereotypen aangaande leidinggevende vrouwen volstaan niet om de discriminaties waarvan vrouwen het slachtoffer zijn uit te bannen.”
Strijd tegen stereotypen
Door het verzamelen en verspreiden van statistieken wil het Instituut zowel de beleidsmakers als het grote publiek sensibiliseren. Dit blijft noodzakelijk zolang de gelijkheid geen realiteit is. Deze publicatie over vrouwen aan de top van de hiërarchie heeft ook tot doel om het debat te stimuleren over de aan-/afwezigheid van vrouwen in de beslissingsorganen en de reflectie over mogelijke oplossingen. Alle publicaties van het Instituut zijn, net als de nieuwe editie van Vrouwen aan de Top, gratis beschikbaar via zijn website (http://igvm-iefh.belgium.be).