Een nieuw instrument in de strijd tegen de loonkloof
Brussel, 27 maart 2013 – Vandaag lanceert het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen een nieuwe website, www.loonkloof.be , waarop de officiële cijfers en tendensen van de loonkloof in België te vinden zijn. De website biedt extra informatie over de loonkloof voor studenten, journalisten, onderzoekers, werkgevers, kortom voor wie op zoek is naar informatie over de loonkloof, of het wegwerken ervan. Jaarlijks worden de nieuwe cijfers aangevuld, zodat een echt evolutief platform gecreëerd wordt.
Vragen over de loonkloof? Eén adres: www.loonkloof.be
“Beetje bij beetje krijgen ondernemingen concrete instrumenten ter beschikking om hen te helpen om de loonkloof tussen vrouwen en mannen te verkleinen en de wet van 22 april 2012 na te leven (op 8 maart 2012 gestemd in de Kamer)”, legt Michel Pasteel, Directeur van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen uit. “Zo zal op de website www.loonkloof.be binnenkort een toepassing beschikbaar zijn waarmee werkgevers de loonkloof in hun onderneming kunnen berekenen. Bedoeling is om met een minimum aan inspanning een maximum aan output te bereiken.”
De omvang van de loonkloof
Een vrouw verdient per werkuur gemiddeld 10% minder dan een man. Heel wat vrouwen werken deeltijds, zodat de loonkloof op jaarbasis oploopt tot 23%.
Daalt de loonkloof?
In vergelijking met het voorgaande jaar blijft de loonkloof in uurlonen stabiel, terwijl de loonkloof berekend op basis van brutojaarlonen licht toeneemt. Het jaar 2009, dat geanalyseerd werd in het rapport 2012, was een uitzonderlijk jaar, met een daling van de tewerkstelling van mannen en van de loonkloof. Een deel van de daling van de loonkloof in jaarlonen was toen te wijten aan de tijdelijke werkloosheid van veel mannelijke arbeiders. In 2010 kan er een zekere inhaalbeweging worden vastgesteld. In de loop der jaren is er een duidelijke dalende tendens waarneembaar. De daling is zeer klein maar vrij constant, met uitzondering van 2006 en 2009.
De impact van deeltijds werken
Niets heeft zo’n grote impact op het loon als deeltijds werken. Het percentage deeltijdwerk is zowel bij vrouwen als bij mannen verder toegenomen, tot 44,9% bij vrouwen en 9,5% bij mannen. Nochtans lijkt er een arbeidsmarkt van twee snelheden te ontstaan. Voor één op de tien van hen wordt de job enkel in deeltijd aangeboden. Nog eens één op tien deeltijds werkende vrouwen en één op zeven deeltijds werkende mannen heeft geen voltijdse baan gevonden.
De kloof tussen voltijd- en deeltijdwerkers wordt groter, terwijl de kloof tussen vrouwen en mannen kleiner wordt, zowel bij deeltijdwerkers als bij voltijdwerkers
Volgens Michel Pasteel kan dit er op wijzen dat de kloof tussen de beter betaalde banen en de minder goede banen, met minder gunstige arbeidsvoorwaarden, al te zeer werkelijkheid blijft.
Extralegale voordelen
Op vraag van Joëlle Milquet, Vice-Eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, analyseert het Instituut al een aantal jaar de loonkloof rekening houdend met de extralegale voordelen. Daaruit blijkt dat de loonkloof in extralegale voordelen aanzienlijk oploopt. Vrouwen hebben minder kans op deze voordelen en ontvangen kleinere bedragen. Werkgevers betalen een aanvullend pensioen voor 9% van de vrouwelijke werknemers en voor 12% van de mannelijke werknemers. De bijdragen voor aanvullende pensioenen liggen voor vrouwen gemiddeld 41% lager dan voor mannen. De tussenkomst in het woon-werkverkeer ligt voor vrouwen gemiddeld 28% lager. Slechts een klein deel van de werknemers krijgt extra voordelen in de vorm van aandelenopties. Mannen hebben echter meer dan tweemaal meer kans op deze voordelen (0,70% van de mannen tegenover 0,29% van de vrouwen). De bedragen voor vrouwen liggen hier 39% lager dan die voor mannen.
De wet van 22 april 2012 ter bestrijding van de loonkloof is gericht op een betere kennis en bestrijding van de loonkloof op alle niveaus: op interprofessioneel niveau via de verplichting voor de sociale partners om te onderhandelen over maatregelen ter bestrijding van de loonkloof, op het niveau van de sectoren via de invoering van genderneutrale functieclassificaties en ten slotte op ondernemingsniveau via het organiseren van een verplicht overleg en het aannemen van gelijkekansenplannen.
De website www.loonkloof.be wil de sectoren en ondernemingen ondersteunen door hen een deel van de nodige informatie te verstrekken. In dit opzicht is het een zeer belangrijk hulpmiddel bij de uitvoering van de wet.
De cijfers uit het rapport 2013 hebben betrekking op het enquêtejaar 2010. De cijfers werden verstrekt door de Algemene Directie Statistiek en Economische informatie van de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie en het Federaal Planbureau.
Het Instituut bekeek de loonkloofcijfers ook in het licht van verschillende factoren zoals leeftijd, opleidingsniveau, burgerlijke staat en gezinssamenstelling, nationaliteit enz. Alle cijfers en tendensen inzake de loonkloof tussen vrouwen en mannen in België in 2013 zijn terug te vinden op de website www.loonkloof.be . Het rapport 2013 is ook gratis te downloaden op de websites http://igvm-iefh.belgium.be en www.statbel.fgov.be .
Contact
Liesbet Vanhollebeke (Nederlandstalig)
Tel.: 02/233.41.75
liesbet.vanhollebeke@igvm.belgie.be
Hildegard Van Hove (coördinatrice genderstatistieken)
Tel.: 02/233.41.71
hildegard.vanhove@igvm.belgie.be
Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen
Ernest Blerotstraat 1
1070 Brussel
T 02 233 41 75 – F 02 233 40 32
http://igvm-iefh.belgium.be
Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen werd opgericht in december 2002 en is de federale overheidsinstelling die instaat voor het waarborgen en bevorderen van de gelijkheid van vrouwen en mannen en de bestrijding van elke vorm van discriminatie en ongelijkheid op basis van het geslacht. Dit door het ontwikkelen en in praktijk brengen van een aangepast wettelijk kader en geschikte structuren, strategieën, instrumenten en acties. Het Instituut streeft naar het verankeren van de gelijkheid van vrouwen en mannen als een vanzelfsprekendheid in de samenleving en dit zowel in de mentaliteit als in het handelen.;