Maritieme veiligheid tegen piraterij op zee - tweede lezing
De ministerraad heeft in tweede lezing twee voorontwerpen van wet goedgekeurd ter bestrijding van de maritieme piraterij (art. 77 en art. 78 van de Grondwet). Die voorontwerpen houden rekening met het advies van de Raad van State. De ministerraad heeft eveneens een ontwerp van koninklijk besluit goedgekeurd, dat de zeegebieden aanduidt waar private bewaking tegen piraterij op zee is toegestaan.
1. Wat voorafging
Zoals we in juli al meldden, bij de eerste lezing door de Ministerraad, is een
efficiënt en veilig maritiem vervoer essentieel voor de toekomstige ontwikkeling van de wereldhandel die door de piraterij wordt bedreigd. Voor de kust van Somalië bijvoorbeeld neemt het aantal aanvallen door piraten die ook steeds meer geweld gebruiken toe. Volgens informatie van EUNAVFOR (European Union Naval Force Somalia) deden er zich sinds begin dit jaar al meer dan 50 incidenten voor, waarvan er een vijftal uitgemond zijn in een geslaagde kaping. In het jaar 2011 werden over de hele wereld niet minder dan 625 mensen door piraten gegijzeld.
De internationale gemeenschap is het erover eens dat het Somalische piraterijprobleem moet aangepakt worden en dit op twee fronten.
1/ Ten eerste door de internationaal erkende Somalische autoriteiten structureel te helpen om vrede, veiligheid en de rechtstaat te verwezenlijken op hun grondgebied. De bijdragen van de Belgische defensie aan de opleiding van militairen van de Afrikaanse Unie voor inzet in Somalië en aan het Somalische veiligheidsdispositief zijn in dat opzicht van strategisch belang.
2/ Aangezien het zeegebied waarin de piraten actief zijn, net als het aantal piraten, bijzonder groot is, is een bijkomende bescherming in die risicozone noodzakelijk. Het is gebleken dat het inzetten van gewapend personeel naast een vloot militaire schepen en het nemen van passieve beschermingsmaatregelen door de koopvaardijschepen zelf, dermate doeltreffend zijn dat kapingen worden voorkomen. De ervaring wijst uit dat potentiële kapers hun poging tot kaping afbreken wanneer zij vaststellen dat er een veiligheidsdispositief aan boord is.
2. Een nieuw en duidelijk wettelijk kader
Er is dan ook een nieuwe en duidelijk wettelijk kader gecreëerd voor een periode van twee jaar. Om zowel de bemanningsleden alsook de opvarenden te beschermen tegen zware criminele feiten, in hoofdzaak door het preventieve en afschrikwekkende karakter van een bewakingsdispositief, heeft de ministerraad beslist om het gebruik van wettelijke maritieme veiligheidsondernemingen op de schepen, die onder de Belgische vlag varen, toe te laten.
De maritieme veiligheidsondernemingen zijn een nieuwe categorie van bedrijven. Ze zullen enkel kunnen optreden in strikt omschreven specifieke omstandigheden:
- zo is de maritieme beveiliging enkel toegestaan in zeegebieden waar er
een hoog risico is op piraterij (kust van Somalië);
- alleen veiligheidsondernemingen die een vergunning hebben, op grond
van het Belgisch recht, om gewapend toezicht, bescherming en veiligheid uit te voeren op schepen, om piraterij tegen te gaan ten behoeve van de geregistreerde eigenaar of exploitant van het schip kunnen contracten afsluiten met de reders.
Om te worden vergund, moet de maritieme veiligheidsonderneming aan de volgende eisen voldoen:
- hetzij gedurende ten minste twee jaar activiteiten van toezicht, bescherming en beveiliging van schepen hebben uitgevoerd ter gewapende bestrijding van piraterij, zonder dat er ernstige schendingen van de wet- en regelgeving zijn waargenomen in de uitoefening van deze activiteiten;
- ofwel, ertoe vergund zijn bewakingsactiviteiten uit te oefenen overeenkomstig de bepalingen van deze wet en sedert meer dan drie jaar, op gewapende wijze, deze activiteiten met vergunning hebben uitgeoefend, zonder dat er bij de uitoefening van deze activiteiten inbreuken op de wetgeving of regelgeving werden vastgesteld en, bovendien, voor de uitoefening van de activiteiten van bewaking, bescherming en veiligheid van schepen met het oog op het bestrijden van piraterij, een operationeel samenwerkingsprotocol hebben afgesloten met een maritieme veiligheidsonderneming die beantwoordt aan de boven vermelde voorwaarden.
De onderneming moet ook aantonen dat het personeel dat zal worden ingezet voor de uitvoering van deze nieuwe activiteit:
1) ten minste twee jaar op wettige wijze gewapend werkzaamheden heeft uitgeoefend van toezicht en beveiliging aan boord van schepen. Ze moet daartoe nog altijd een vergunning hebben op basis van de wet die op hen van toepassing is;
2) voldoet aan de eisen van sectie A-VI / 1, paragraaf 1 (opleiding, vertrouwdheid inzake veiligheid) van het Wetboek van opleiding van zeevarenden, diplomering en wachtdienst (STCW-code);
3) is opgeleid volgens de regels vastgesteld door de Koning;
4) voldoet aan de door de Koning vastgestelde voorwaarden inzake psychotechnisch onderzoek zoals reeds voorzien in de bewakingswet
- De beslissing over het verlenen of het weigeren van de vergunning van de maritieme veiligheidsonderneming wordt genomen door een Koninklijk besluit dat goedgekeurd wordt in de Ministerraad binnen de twee maanden nadat er is vastgesteld dat het dossier volledig is.
- Geen enkele afwijking van de Belgische regelgeving kan plaatsvinden en er is geen onderaanneming toegestaan.
- De aanvoer van wapens moet worden gedaan binnen een wettelijk kader.
- Elk contract bevat een aantal details en dient ter kennis van de overheid te worden gebracht en, in geval van overtreding, kan de vergunning ingetrokken worden.
- Om de Belgische overheid ten gepasten tijde te kunnen inlichten over elke bewakingsopdracht en over incidenten die zich daarbij voordoen, zijn informatiemechanismen voorzien, zodat de Belgische overheid passend kan reageren.
- Andere voorwaarden zijn te vinden in de wet en in de toekomstige koninklijke besluiten, met name onder meer de opslag van wapens.
- De duur van de vergunning mag niet langer mag zijn dan 2 jaar.
- Ten slotte zal deze nieuwe wet van toepassing zijn tot 31 december 2014. De wet kan echter worden verlengd na evaluatie van de hele regelgeving en de toepassing ervan in de praktijk.
Aangezien het hoognodig is om de materie van de maritieme veiligheidsondernemingen te regelen, zowel om humanitaire redenen als op basis van economische overwegingen, is er een overgangsmaatregel opgenomen. Die maakt de bescherming van de schepen op een wettelijke wijze mogelijk, tussen de datum van inwerkingtreding van de wet en de datum waarop de uitvoeringsbesluiten beschikbaar zullen zijn. Er wordt derhalve voorzien dat de regering gedurende deze periode bepaalde ondernemingen zal kunnen vergunnen die reeds over twee jaar ervaring beschikken in dit type activiteiten om de opdracht van toezicht en bescherming van de schepen uit te voeren voor zover zij bovendien ook voldoen aan bepaalde basisvoorwaarden en wetende dat de regering in de besluiten inzake vergunning bijkomende voorwaarden zal kunnen bepalen