Eerste pakket maatregelen tewerkstellingsplan goedgekeurd
Op initiatief van minister van Werk Monica De Coninck keurde de ministerraad vandaag een eerste pakket maatregelen goed uit het tewerkstellingsplan. Het gaat om volgende maatregelen:
10 000 stages
Vanaf 2013 worden jaarlijks 10.000 instapstages voor schoolverlaters met hoogstens een diploma hoger secundair onderwijs ter beschikking gesteld onder de vorm van een pre-activering van het gemiddeld bedrag van de inschakelingsuitkering. Deze stages worden over de Gewesten verdeeld volgens hun aandeel in de niet-gekwalificeerde uitstroom volgens de Europese Arbeidskrachtenenquète. In de begroting van de RVA wordt vanaf 2013 een budget ingeschreven dat toelaat jaarlijks 10.000 werkplekleerplaatsen te financieren. De Minister van Werk wordt belast met de uitvoering van deze maatregel en het overleg met de gewesten. Tevens zal de minister van Werk de wijziging van de doelgroepmaatregelen bespreken met de gewesten.
1% naar stages
Aan de werkgevers wordt een engagement gevraagd om 1% stageplaatsen aan te bieden. Het gaat om plaatsen voor de verschillende vormen van alternerend leren, overeenkomsten werk-opleiding en opleidingen via de gewestelijke bemiddelingsdiensten zoals IBO en instapstages. Indien in 2014 het objectief van 1% stageplaatsen niet wordt gehaald, dan zal vanaf 1 januari 2015 een verplichting van 1% stageplaatsen voor elke werkgever met minstens 100 werknemers worden ingevoerd. Door het sluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten kunnen sectoren in hun geheel de verplichting van de werkgevers uit hun sectoren, overnemen.
De doelgroepvermindering voor mentors wordt vanaf het eerste kwartaal 2013 verdubbeld tot 800 euro.
Jongeren die een opleiding volgen, ondersteunen
Voor jongeren die tijdens de beroepsinschakelingstijd, een erkende beroepsopleiding of een instapstage volgen, worden maximum 96 dagen opleiding/stage, in aanmerking genomen als geldige arbeidsdagen voor de toelating tot het recht op werkloosheidsuitkeringen.
Voor alle werkzoekenden die werkloosheidsuitkeringen genieten en die een opleiding tot zelfstandige volgen, studies die toeleiden tot een knelpuntberoep of een opleiding als kandidaat-ondernemer in het kader van een overeenkomst met een activiteitencoöperatie wordt het bedrag van hun uitkeringen in de tweede periode bevroren tot op het eind van de periode dat ze studies volgen. Voor de werklozen die hun studies of opleiding niet succesvol beëindigen of stopzetten, wordt het bedrag van de uitkeringen vanaf het beëindigen of stopzetten van de studies vastgesteld conform het initieel verloop van de vergoedingsperiodes.
De ernst van de inzet van de werkloze tijdens de periode van opleiding/studies zal opgevolgd worden aan de hand van attestering door de instelling waar de werkloze de opleiding/studies volgt.
Een meer efficiënte doelgroepvermindering voor laaggeschoolde jongeren
Vanaf 2013 wordt de doelgroepvermindering voor laaggeschoolde jonge werknemers omgevormd.
- De doelgroepvermindering voor laaggeschoolde jongeren wordt voor de nieuwe instroom versterkt tot 8 kwartalen aan 1500 euro en 4 kwartalen aan 400 euro. Deze vermindering wordt slechts toegekend indien de jongere is aangeworven voor zijn 26ste verjaardag en zal enkel kunnen worden toegekend bij een kwartaalloon van maximaal 9000 euro.
- De doelgroepvermindering voor erg-laaggeschoolde jongeren wordt voor de nieuwe instroom versterkt tot 12 kwartalen aan 1500 euro en 4 kwartalen aan 400 euro. Deze vermindering wordt slechts toegekend indien de jongere is aangeworven voor zijn 26ste verjaardag en zal enkel kunnen worden toegekend bij een kwartaalloon van maximaal 9000 euro.
Vanaf het eerste kwartaal 2013 wordt een doelgroepvermindering voor middengeschoolde jongeren ingevoerd. De jongere is jonger dan 26 jaar bij aanwerving, middengeschoold en minstens zes maanden werkzoekend.
- De doelgroepvermindering voor deze middengeschoolde jongeren bedraagt gedurende 4 kwartalen 1000 euro en 8 kwartalen 400 euro. Deze vermindering wordt slechts toegekend indien de jongere is aangeworven voor zijn 26ste verjaardag en zal enkel kunnen worden toegekend bij een refertekwartaalloon van maximaal 9000 euro
50-plussers aan boord krijgen en houden
Vanaf 2013 wordt de doelgroepvermindering voor oudere werknemers omgevormd. Voortaan zal een doelgroepvermindering gelden van 400 euro per kwartaal vanaf de leeftijd van 54 jaar, 1000 euro per kwartaal vanaf de leeftijd van 58 jaar en 1500 euro per kwartaal vanaf de leeftijd van 62 jaar. De doelgroepvermindering zal enkel kunnen worden toegekend bij een kwartaalloon van maximaal 12.240 euro.
Investeren in risicogroepen
Een jaarlijks budget van zes miljoen euro afkomstig van werkgevers die niet onder een CAO risicogroepen vallen, dient ter financiering van bijkomende projecten voor risicogroepen.
- Werknemers van minstens 50 jaar oud.
- Werknemers van minstens 40 jaar oud die bedreigd zijn met ontslag.
- Niet-werkenden zoals langdurig werkzoekenden, werklozen, laaggeschoolde werkzoekenden, werkzoekenden uit het beroepsonderwijs, mindervaliden, herintreders, leefloners en slachtoffer van herstructureringen.
- jongeren in alternerend leren, IBO en instapstages.(helft vh budget moet naar jongeren gaan)
Inzetten op 4/5de en voltijdse contracten
Vanaf 2013 wordt het bedrag van de structurele vermindering en de doelgroepsvermindering bij deeltijdsen aangepast. Bij een 80%-tewerkstelling wordt echter wel hetzelfde voordeel toegekend als bij een werknemer met volledige kwartaalprestaties. Het bedrag neemt geleidelijk af tot een bepaald percentage bij een tewerkstelling van 55% of lager. Het evenwicht in de over te dragen enveloppe doelgroepen tussen federaal en gewesten wordt bewaakt.
Meer netto overhouden
Vanaf 2013 wordt de werkbonus aangepast zodat de mensen met een brutoloon tot 2335 euro bruto, netto meer zullen overhouden.