Reacties van Ministers Michel en Verwilghen over de situatie in Darfur
Reacties van Ministers Michel en Verwilghen over de situatie in Darfur
Reacties van Ministers Michel en Verwilghen over de situatie in Darfur
Brussel, 1 juli 2004 Vice-Premier en Minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel evenals Minister van Ontwikkelingssamenwerking Marc Verwilghen sluiten zich aan bij de zeer ernstige bezorgdheid van de internationale gemeenschap over de schrijnende toestand in Darfur (Soedan). Deze verschrikkelijke situatie vraagt om spoedige en gepaste antwoorden om het leed van de beproefde bevolking, waaronder vele kinderen, te verlichten. Er moet dringend werk gemaakt worden van meer hulpverlening. 1) In dit verband herinneren beide Ministers eraan dat zij recentelijk meer dan 2 miljoen Euro hebben vrijgemaakt voor directe humanitaire hulpverlening in de Darfur-regio. Meer bepaald: - 1 miljoen Euro aan Artsen zonder Grenzen, voor humanitaire operaties in Tsjaad en in Noord-Darfur die de vluchtelingen en de verplaatste personen daar ten goede komt. - 1 miljoen Euro aan het Wereld Voedsel Programma (WFP) van de Verenigde Naties voor onmiddellijke voedselleveringen. - 75.000 Euro aan hulpverlening via de FAO (Voedsel en Landbouw Organisatie van de VN). Ze onderzoeken momenteel wat ze op dit vlak nog meer kunnen doen. 2) Een belangrijk probleem is dat de hulp op het terrein, bij de noodlijdende bevolking moet geraken. Teneinde hieraan tegemoet te komen zijn beide Ministers bereid op hun budget middelen uit te trekken om het transport van de hulpgoederen naar het gebied te verzekeren, bijvoorbeeld door de inzet van een C-130 militair transportvliegtuig. Ze onderzoeken met de betrokken hulporganisaties, meer bepaald WFP, de concrete modaliteiten hiervan. Minister Michel is bereid een bedrag van 500.000 Euro op zijn budget noodhulp vrij te maken voor de financiering van deze operatie. Minister Verwilghen denkt aan een bijkomende bijdrage van 200.000 Euro. 3) Deze hulpverlening heeft uiteraard maar zin als de lokale overheden de nodige medewerking verlenen. In dit verband dringen Minister Michel en Minister Verwilghen er bij de Soedanese regering op aan onverwijld gevolg te geven aan de oproepen, ondermeer van de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties Kofi Annan, om de vrije toegang te verzekeren tot dit gebied voor de internationale hulporganisaties. Bovendien moet deze regering alle steun staken aan de "Djandjawids" milities, die een grote verantwoordelijkheid dragen inzake de huidige mistoestanden. "Khartoem kan en mag niet blijven toezien hoe een deel van de eigen bevolking sterft van honger en ontbering", aldus Ministers Michel en Verwilghen.