Betere dekking van de gezondheidszorg voor zelfstandigen
De ministerraad keurt een ontwerp van koninklijk besluit goed dat het recht op gezondheidszorg voor de zelfstandigen en de gepensioneerde zelfstandigen verbetert*.
Twee overgebleven discriminaties inzake het recht op terugbetaling van gezondheidszorg voor zelfstandigen worden opgehevent:
Geen onderscheid meer tussen actieve en niet-actieve gepensioneerde zelfstandigen
Nu bestaat er een verschil tussen de gepensioneerde zelfstandigen die hun activiteiten hebben stopgezet en zij die ze hebben voortgezet: die laatsten moeten nu immers nog hun bijdragen betalen om een terugbetaling van hun gezondheidszorg te genieten, terwijl ze al gepensioneerd zijn. Voortaan maakt men geen onderscheid meer tussen de gepensioneerde rechthebbenden, of ze nog aan het werk zijn of niet: het RSVZ zal nog maar één attest geven voor alle gepensioneerde zelfstandigen, waarmee ze hun recht op gezondheidszorg krijgen of behouden.
Zelfstandigen die hun acitiviteiten onderbreken om voor een zwaar zieke naaste te zorgen behouden het recht op gezondheidszorg
Zelfstandigen die hun beroepsacitiviteiten onderbreken om in het kader van het Familieplan voor een zwaar ziek kind of partner te zorgen, ontvangen geen bijdragebon meer (het bewijs van hun sociale bijdrage). Daardoor is hun hoedanigheid als zelfstandige rechthebbende niet vastgesteld en verliezen ze hun recht op gezondheidszorg.
Men zal er voortaan vanuit gaan dat de onderbrekingsperiode van de zelfstandige activiteit in dat kader door voldoende bijdragen gedekt zijn: de werknemers zullen dus hun recht op gezondheidszorg behouden.
Het kb treedt op 1 januari 2010 met terugwerkende kracht in werking.
* wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.