Organisatie van de arbeidstijd
Op voorstel van mevrouw Marie Arena, Minister van Ambtenarenzaken, keurde de Ministerraad, in tweede lezing, na advies van de Raad van State, een voorontwerp van wet goed tot wijziging van de wet (*) tot vaststelling van sommige aspecten van de organisatie van de arbeidstijd in de openbare sector.
Op voorstel van mevrouw Marie Arena, Minister van Ambtenarenzaken, keurde de Ministerraad, in tweede lezing, na advies van de Raad van State, een voorontwerp van wet goed tot wijziging van de wet (*) tot vaststelling van sommige aspecten van de organisatie van de arbeidstijd in de openbare sector.
Deze wijzigingen hebben als doel: - het bestuur van de Veiligheid van de Staat te rangschikken onder de overheidsdiensten die niet onderworpen zijn aan de meeste bepalingen van de wet, voor zover een koninklijk besluit maatregelen treft die aan de ambtenaren een gelijkwaardig beschermingsniveau bieden; - de referteperiodes te harmoniseren waarin een werknemer inhaalrust kan verkrijgen wanneer hij 's zondags werkt of wanneer hij geen voldoende rust heeft kunnen genieten tussen de beëindiging en de hervatting van de arbeid; - aan de werkgevers de mogelijkheid te bieden om de referteperiode die voor de berekening van de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur vastgesteld is te verlengen en dit tot 12 maanden; - de maximale grens om van dezelfde duur te mogen afwijken te preciseren; - in de mogelijkheid te voorzien om een financiële vergoeding toe te kennen voor de overschrijdingen van de grens van deze zelfde duur, indien de toekenning van inhaalrust onmogelijk blijkt; - een betere precisering van het criterium dat dient om de functies te beschrijven die nachtprestaties kunnen behelzen. (*) van 14 december 2000.