Toekenning van managementsfuncties binnen de wetenschappelijke instellingen van de Staat
Op voorstel van de heer Luc Van Den Bossche, Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit goed rond
"de aanduiding en de uitoefening van de managementsfuncties in de wetenschappelijke instellingen van de Staat". Daarmee vindt de managementcultuur, die op dit ogenbik binnen de Copernicushervorming steeds concretere vorm aanneemt, nu ook ingang bij de federale wetenschappelijke instellingen.
Op voorstel van de heer Luc Van Den Bossche, Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit goed rond "de aanduiding en de uitoefening van de managementsfuncties in de wetenschappelijke instellingen van de Staat". Daarmee vindt de managementcultuur, die op dit ogenbik binnen de Copernicushervorming steeds concretere vorm aanneemt, nu ook ingang bij de federale wetenschappelijke instellingen.
Voortaan zal het hoofd van een wetenschappelijke instelling niet meer belast worden met zowel wetenschappelijke als managementverantwoordelijkheden. Beide zullen in de toekomst gedragen worden door specifieke functies. Er worden twee types van functies gecreëerd: één met een wetenschappelijke inslag voor het feitelijke hoofd en één met een beheersrol als directeur van de stafdienst die belast is met personeelszaken, begroting en informatietechnologie. Een tweede innovatie is dat er voortaan naast de verantwoordelijken van de wetenschappelijke disciplines die eigen zijn aan elke wetenschappelijke instelling, de functie van "operationele directeur" wordt ingevoerd. Deze heeft een horizontale coördinatiefunctie die overeenkomt met de drie fundamentele verticale opdrachten van een wetenschappelijke instelling: de bewaring en de valorisatie van het patrimonium, het wetenschappelijk onderzoek en wetenschappelijke expertise en de valorisatie van de dienstverlening aan derden. De Copernicushervorming is dus niet alleen van toepassing op de federale overheidsdiensten, maar wordt ook consequent doorgetrokken naar andere instellingen. Wetenschappelijke instellingen waarop het ontwerp van koninklijk besluit betrekking heeft: 1. Landbouw en Middenstand * Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek * Centrum voor Onderzoek in Geneeskunde en Agrochemie * Centrum voor Landbouweconomie * Nationale Plantentuin van België 2. Justitie * Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie * Penitentiair Onderzoeks- en Klinisch Observatiecentrum 3. Landsverdediging * Koninklijk Museum van het Leger en van de Krijgsmacht 4. Wetenschapsbeleid * Algemeen Rijksarchief en Archieven van het Rijk in de Provincies * Belgisch Instituut voor Ruimteaëronomie * Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen * Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium * Koninklijk Meteorologisch Instituut * Koninklijk Museum voor Midden-Afrika * Koninklijke Bibliotheek van België * Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis * Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België * Koninklijke Sterrenwacht van België * Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid - Louis Pasteur