Handvest van de sociaal verzekerde
Op voorstel van de heer Frank Vandenbroucke, Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, nam de Ministerraad akte van het verslag van de Regeringscommissaris belast met de uitvoering van het handvest van de sociaal verzekerde.
Op voorstel van de heer Frank Vandenbroucke, Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, nam de Ministerraad akte van het verslag van de Regeringscommissaris belast met de uitvoering van het handvest van de sociaal verzekerde.
Dit verslag is opgebouwd rond vijf grote krachtlijnen: 1. Algemene verplichtingen van de instellingen van sociale zekerheid - recht op informatie: de instellingen van sociale zekerheid zijn verplicht aan de sociaal verzekerde, die daar schriftelijk om verzoekt, alle nuttige inlichtingen betreffende zijn rechten en verplichtingen te verstrekken, - recht om raad te verkrijgen, - recht om het verzoek om inlichtingen of raad en de aanvraag om prestaties door te zenden: een instelling van sociale zekerheid die een verzoek om inlichtingen of raad of een aanvraag om prestaties ontvangt, waarvoor ze niet bevoegd is, moet dit verzoek of deze aanvraag onverwijld bezorgen aan de bevoegde instelling. De aanvrager wordt daarvan in kennis gesteld, - in het kader van het recht op doorzending van de aanvraag, validatie van de datum van indiening van de aanvraag om prestaties: wanneer de aanvraag wordt ingediend bij een instelling die ter zake niet bevoegd is en deze aanvraag wordt bezorgd aan de bevoegde instelling, voorziet het handvest in de mogelijke validatie van de datum van indiening van de oorspronkelijk verkeerd ingediende aanvraag, waarbij rekening wordt gehouden met de datum van ontvangst van de aanvraag bij de eerste instelling, - recht op het gebruik van een voor het publiek begrijpelijke taal. 2. Onderzoek ambtshalve of op aanvraag De sociale prestaties worden in principe toegekend op (schriftelijke) aanvraag ingediend bij de instelling die deze aanvraag moet onderzoeken. Dit principe is echter geëvolueerd tengevolge van de toepassing van het handvest. Dat voorziet immers in een ambtshalve onderzoek telkens wanneer dit materieel mogelijk is. 3. Onderzoek van de aanvraag Iedere instelling van sociale zekerheid die een aanvraag om prestaties behandelt, moet actief meewerken aan het onderzoek van het dossier en onder andere uit eigen beweging alle ontbrekende inlichtingen verzamelen om de rechten van de sociaal verzekerde correct te kunnen beoordelen. Er werd aan alle instellingen van sociale zekerheid gevraagd een analyse temaken van de eigen gegevensbehoefte en op zoek te gaan naar de meest optimale (en bij voorkeur geautomatiseerde) bron voor die gegevens. De inventaris is klaar en de fase van het onderzoek van de gegevensbronnen is gestart. 4. Kennisgeving en motivering van de beslissing - verplichte vermeldingen De beslissingen moeten de sociaal verzekerde in een bepaalde vorm ter kennis worden gebracht. Deze kennisgeving kan gebeuren bij gewone brief, met de overhandiging van een geschrift aan de belanghebbende of in sommige gevallen bij aangetekend schrijven. De beslissingen moeten gemotiveerd zijn en bepaalde vermeldingen over de bestaande beroepsmogelijkheden en over de daartoe na te leven vormen en termijn bevatten. Wanneer het gaat om geldbedragen geldt de mededeling van de berekeningswijze als motivering en kennisgeving. 5. Toekenningstermijn en betaling van de sociale prestatie Iedere instelling van sociale zekerheid moet in principe een beslissing nemen binnen vier maanden na de indiening van de aanvraag door de sociaal verzekerde. Indien de instelling geen beslissing kan nemen binnen vier maanden deelt ze dit aan de sociaal verzekerde mee, met vermelding van de redenen.