Zuurstofwet van vijfhonderd bladzijden
De regering heeft vandaag het voorontwerp van programmawet goedgekeurd.
De regering heeft vandaag het voorontwerp van programmawet goedgekeurd.
Dat is normaal gesproken de wet die de uitvoering mogelijk maakt van de begrotingsbeslissingen. Dit jaar is ze echter uitgegroeid tot een ambitieuze Zuurstofwet met tientallen maatregelen ter versterking van het sociaal-economisch weefsel van ons land. De programmawet zal, toelichting inbegrepen, dit jaar bijna vijfhonderd bladzijden en bijna driehonderd artikelen beslaan. De regering is tot het schrijven van een dergelijk omvangrijk wetsontwerp overgegaan om twee redenen: - de aanslepende toestand van economische onzekerheid, waarin stimulerende maatregelen vanuit de overheid het verschil kunnen maken - de filevorming inzake regeringsvoorstellen in het parlement, die het goedkeuren van nieuwe hervormingen via aparte wetsvoorstellen voor de verkiezingen quasi onmogelijk maakt Dit pakket hervormingen is ondanks de moeilijke budgettaire situatie ook mogelijk geworden door de extra besparing van een half miljard euro die de regering tijdens de begrotingsopmaak van begin oktober doorvoerde. Bovendien werden extra-inspanningen geleverd om te zoeken naar niets kostende maar niettemin zeer noodzakelijke hervormingen, die vooral met administratieve vereenvoudiging en beter bestuur te maken hebben. Deze programmawet is het resultaat van maandenlange voorbereidingen in de schoot van de regering, in de kabinetten en in de ministeries, maar vooral ook van intens beraad in de voorbije twee weken sedert de bekendmaking van de beleidsverklaring. Een dergelijk werk leidt ongetwijfeld af en toe tot intense discussies, maar is ook maar mogelijk in een sfeer van sterk onderling vertrouwen binnen een coalitie. Daarnaast moet er aan herinnerd worden dat de regering ook belangrijke hervormingen in de vennootschapsbelasting en in de personenbelasting heeft doorgevoerd, die op 1 januari 2003 van kracht worden. Zonder volledig te willen zijn kan gewezen worden op de volgende belangrijke passages uit de programmawet: Economie en tewerkstelling 1. De wettelijke bepalingen die leiden tot een drastische vereenvoudiging van de vele banenplannen op 1 januari 2004. Op die manier worden de bestaande banenplannen herleid tot één nieuw stelsel. Er komt een vast bedrag van lastenverlaging van 1525 euro per jaar, die gelijk is voor arbeiders en bedienden. Dat bedrag wordt bijna verdubbeld voor lage lonen en oudere werknemers. En daarnaast komt er een speciale, forfaitaire verlaging van 4000 euro voor specifieke doelgroepen, bijvoorbeeld de eerste aanwervingen van startende ondernemingen. 2. De verlaging van de bedrijfsvoorheffing op de bezoldigingen van wetenschappelijke onderzoekers, te betalen door de instellingen die hen tewerkstellen, tot 50 procent van het gewone bedrag. De onderzoeker behoudt het recht op een fiscale verrekening van het volledige bedrag, zodat er voor hemzelf niets verandert. Deze maatregel moet uiteraard de tewerkstelling van onderzoekers bevorderen, net als het aantrekken van wetenschappers uit het buitenland. 3. De invoering van een gedeeltelijke belastingvrijstelling voor werknemers die via hun werkgever en in het kader van een zogenaamd PC-privé-plan de aankoop verrichten van een PC, de bijkomende apparatuur en een internet-aansluiting. De maatregel is bedoeld om de computer- en internetvaardigheden bij werknemers te stimuleren. 4. De mogelijkheid om het percentage van werkgeversbijdragen die driemaandelijks verschuldigd zijn voor de regeling van de jaarlijkse vakantie te verminderen, wat vooral bedrijven met veel handarbeiders ten goede kan komen. 5. De invoering van een specifieke verlaging van de bedrijfsvoorheffing ten voordele van de werkgever in de door crisis geteisterde sector van de zeevisserij. B. Modernisering van de Overheidsbedrijven 6. Een aantal wettelijke aanpassingen in het kader van de Europese liberalisering van de postsector. Zo wordt de ombudsdienst niet langer bevoegd voor het bedrijf De Post, maar voor de hele postsector. 7. De wettelijke bepalingen in verband met een gedeeltelijke schuldovername door de Staat van de schulden van de NMBS vanaf eind 2004, waarbij de maatschappij ook een ondernemingsplan met de nodige waarborgen inzake toekomstige schuldontwikkeling moet kunnen voorleggen. Op 1 januari 2003 wordt een verhoging van het kapitaal van de NMBS doorgevoerd ter waarde van 150 miljoen euro, waarop zal worden ingetekend door de federale Participatiemaatschappij. C. Stimulansen voor zelfstandigen 8. De vereenvoudiging van de bijdragestructuur in het sociaal statuut der zelfstandigen. De berekening van de sociale bijdragen van de zelfstandigen vormde tot nog toe een uiterst ingewikkelde zaak, met verschillen naargelang het beroep, met procentuele en forfaitaire extra-bijdragen, met zeer specifieke en ingewikkelde berekeningsmechanismes, zoals de zogenaamde brutering. Deze systemen worden nu teruggebracht tot hoofdzakelijk procentuele berekeningen. De operatie is financieel neutraal, zowel voor de zelfstandigen als voor de overheid. 9. De schrapping vanaf 1 januari 2003 van de wettelijke bepalingen die voor gevolg hadden dat zelfstandigen die vervroegd met pensioen gingen hun pensioenbedrag aanzienlijk zagen dalen. Deze maatregel geldt in eerste instantie voor zelfstandigen die een volledige beroepsloopbaan hebben uitgeoefend. 10. De verhoging vanaf 1 april 2003 van het gewaarborgd minimumpensioen van de zelfstandigen en van de werknemers. Gepensioneerden met een rust- en overlevingspensioen zonder gezinslast en met een volledige loopbaan krijgen een verhoging van 29,82 euro per maand; de gepensioneerden met gezinslast en met een volledige loopbaan krijgen als zelfstandige 39,66 euro. 11. De geleidelijke opname van de meewerkende echtgenoot of echtgenote in het sociaal statuut van zelfstandigen, waardoor de sociale bescherming gevoelig wordt versterkt. Daardoor zijn ook wijzigingen aan het fiscaal statuut van de meewerkende echtgenoot nodig, onder meer om de mogelijkheid te creëren eigen beroepskosten in te brengen. 12. De invoering van een sociaal statuut voor kunstenaars, waarbij geopteerd kan worden voor de werknemersregeling of voor het zelfstandigenstatuut en waarmee een einde wordt gemaakt aan drie decennia van rechtsonzekerheid 13. De hervorming van de wetgeving op de aanvullende pensioenen voor zelfstandigen waardoor de toetreding tot de aanvullende sociale pensioenovereenkomsten wordt aangemoedigd en de bestaande verschillende regimes worden geharmoniseerd. D. Beter bestuur en administratieve vereenvoudiging 14. De invoering van de techniek van personeelsplannen in administraties die al een Copernicushervorming ondergingen. Personeelsplannen laten toe de behoefte aan personeel van een administratie te becijferen en geven binnen dat kader de managers van de betrokken administraties toe zelf keuzes te maken inzake aanwerving van personeel. Daarnaast werden nog een reeks kleinere maatregelen getroffen inzake Copernicus en werd de machtiging om de hervorming door te voeren verlengd tot 30 juni 2003. 15. De veralgemening van het elektronisch karakter van de verplichte Onmiddellijke Aangifte van Tewerkstelling (Dimona-aangifte) door bedrijven aan de sociale zekerheid, die essentieel is voor de administratieve vereenvoudiging. 16. De oprichting van een Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (als parastatale B) dat tot doel heeft de expertise inzake volksgezondheid en de verzekering geneeskundige verzorging te bundelen en tot beleidsondersteuning te komen met het oog op een rationelere besteding van middelen in de gezondheidszorg. 17. Een bepaling die toelaat wettelijke bepalingen per kb te vervangen, zo het daarbij uitsluitend gaat om het omzetten in een elektronische techniek voor administratieve formaliteiten. Dit is een sleutel voor verdere administratieve vereenvoudiging. 18. De herstructurering van enkele federale wetenschappelijke instellingen. Zo neemt het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika het Afrika-Instituut (ASDOC) van het Ministerie van Buitenlandse Zaken over. Het Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij (SOMA) wordt een gespecialiseerd departement van het Algemeen Rijksarchief 19. De invoering van één federale bijdrage op de verbruikte elektriciteit ter financiering van de openbare dienstverplichtingen, ter vervanging van de verschillende bestaande toeslagen en heffingen 20. De opname van een bepaling in de wet op de elektriciteitsmarkt van 1999 die het de ministerraad mogelijk maakt bij KB een bijdrage op te leggen aan de transportnetbeheerder, die een feitelijk en juridisch monopolie heeft. De opbrengst van de bijdrage is voor de gemeenten. 21. De machtiging aan de gewesten om een vertegenwoordiger en een plaatsvervanger aan te duiden in de Raad van Bestuur van de Nationale Delcrederedienst. Dit vormt een vertaling van de recente defederalisering van Buitenlandse Handel. E. Versterking van het sociaal weefsel 22. De hervorming van de verhoogde kinderbijslag voor kinderen met een aandoening - in eerste instantie voor zwaar zieke of gehandicapte kinderen geboren na 1 januari 1997 - waardoor ruimere criteria kunnen gehanteerd worden om de gevolgen van de aandoening van het kind te meten zowel voor het kind zelf als voor de ouders. Dit zal resulteren in hogere tegemoetkomingen. 23. De verhoging van het gewaarborgd minimumpensioen voor werknemers (cfr. punt 10) 24. De wijziging, modernisering en vereenvoudiging van het stelsel van tegemoetkomingen aan gehandicapten, om ze beter te doen aansluiten aan de gewijzigde maatschappelijke omstandigheden, onder meer inzake samenlevingsvormen. 25. Maatregelen waardoor onthaalouders ook sociale bijdragen kunnen betalen en aanspraak kunnen maken op een specifiek vervangingsinkomen bij afwezigheid van een kind buiten hun wil om. 26. De regeling van de terugbetaling van nieuwe technieken in ziekenhuizen, onder meer van het viscero-synthesemateriaal dat een aantal heelkundige ingrepen minder ingewikkeld maakt en van endoscopisch materiaal voor zogenaamde kijkoperaties. 27. De uitbreiding van het aantal soorten geneesmiddelen dat onder de toepassing van de maximumfactuur valt tot de zogenaamde geneesmiddelen van categorie C. 28. De invoering van een verplichte bemiddeling door de vrederechter bij conflicten tussen huurder en verhuurders om op die manier dure en langdurige gerechtelijke procedures maximaal te vermijden 29. De uitbreiding van de bescherming van de Woninghuurwet tot standplaatsen, chalets, of caravans op kampeerterreinen die door de huurder als hoofdverblijfplaats worden gebruikt. Dit vormt een bescherming van de zwakste groep van huurders. F. Het nakomen van internationale verplichtingen 30. De oprichting van een Kyotofonds ter uitwerking en financiering van het federaal beleid inzake de reductie van broeikasgassen. Het zal gefinancierd worden a rato van 25 miljoen euro per jaar uit de middelen die tot op heden naar instanties voor rationeel energiegebruik gingen. 31. De wettelijke vastlegging van een procedure voor het uittekenen van het financieel traject waarmee ons land de middelen voor zijn officiële ontwikkelingshulp tegen 2010 op een niveau van 0,7 % van het bbp wil brengen. 32. De oprichting van een begrotingsfonds voor de politiekosten bij Europese topontmoetingen in Brussel. Daarvoor werden kredieten voorzien van 12,5 miljoen euro in 2003 en 25 miljoen euro in 2004, die zullen toegekend worden aan de zes politiezones van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De programmawet gaat nu naar de Raad van State. De regering hoopt de definitieve lezing te kunnen afronden half november, waarna de teksten bij de Kamer zullen worden ingediend.