Rechten van het kind
Op voorstel van de heer Louis Michel, Minister van Buitenlandse Zaken, keurde de Ministerraad een voorontwerp van wet (*) goed inzake de rechten van het kind.
Op voorstel van de heer Louis Michel, Minister van Buitenlandse Zaken, keurde de Ministerraad een voorontwerp van wet (*) goed inzake de rechten van het kind.
De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (**) heeft het Verdrag (***) inzake de rechten van het kind aangenomen. Momenteel zijn 191 Staten partij bij het Verdrag. Het Verdrag (****) roept een Comité voor de rechten van het kind in het leven. Dit Comité onderzoekt de vooruitgang geboekt door de Staten in de uitoefening van hun verplichtingen opgenomen in het Verdrag. Het Comité bestaat uit tien deskundigen van hoog zedelijk aanzien (*****). De Costaricaanse regering (******) heeft voorgesteld (*******) het Comité uit te breiden tot achttien leden (********). De reden hiervoor is dat het Comité zijn opdracht onverwijld en op een efficiënte wijze moet vervullen, rekening houdend met het feit dat een nooit gezien aantal Staten het Verdrag hebben bekrachtigd en rapporten hebben voorgelegd. De werklast van het Comité zal nog toenemen als gevolg van de inwerkingtreding van de twee facultatieve Protocollen bij het Verdrag en de rol die het Comité zal moeten vervullen in het kader van de follow-up van het Actieplan dat op de Buitengewone Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, gewijd aan kinderen, werd aangenomen (*********). Deze wijziging van het Verdrag kan maar in werking treden wanneer een meerderheid van twee derde van de Staten die partij zijn de Secretaris-generaal, die de depositaris is van het Verdrag, ervan in kennis stellen dat ze instemmen met deze wijziging. (*) houdende instemming met de wijziging van artikel 43, tweede lid, van het Verdrag van de Verenigde Naties. (**) in zijn resolutie 44/25 van 20 november 1989. (***) België ratificeerde dit Verdrag op 16 december 1991. (****) artikel 43. (*****) zoals bepaald in artikel 43, tweede lid. (******) overeenkomstig het 1ste lid van artikel 50 van het Verdrag. (*******) op 17 april 1995. (********) door een wijziging van het tweede lid van artikel 43. (*********) op 10 mei 2002.