Aanpassing van de wetgeving aan de invoering van het tijdskrediet
Op voorstel van de heer Frank Vandenbroucke, Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit (*) goed waarbij de sociale wetgeving wordt aangepast aan de invoering van het tijdskrediet (**).
Op voorstel van de heer Frank Vandenbroucke, Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit (*) goed waarbij de sociale wetgeving wordt aangepast aan de invoering van het tijdskrediet (**).
Dit ontwerp voert nieuwe bepalingen in voor de werknemerspensioenen. Voor de pensioenberekening in het stelsel van de werknemers, wordt de voltijdse of halftijdse onderbreking gratis gelijkgesteld met een tewerkstelling voor een periode van maximum 3 jaar. In geval van een vermindering van de tewerkstelling met 1/5de, wordt een gratis gelijkstelling verleend voor een maximale periode van 5 jaar. Zoals dit reeds het geval was voor het stelsel van de loopbaanonderbreking, wordt tot de wettelijke pensioenleeftijd een gratis gelijkstelling verleend aan de werknemers die de leeftijd van 50 jaar hebben bereikt en hun tewerkstelling met 50 % of met 1/5de hebben verminderd. (*) tot wijziging van de wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, gecoördineerd op 19 december 1939, de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers en het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers (**) van 10/8/2001 betreffende de verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven