Bevallingsverlof
Probleemzwangerschappen: een week verlof extra voor de moeder, ook bij de overheidsdiensten
Probleemzwangerschappen: een week verlof extra voor de moeder, ook bij de overheidsdiensten
De ministerraad besliste de statutaire vrouwen in federale overheidsdienten een verlenging van hun postnataal zwangerschapsverlof met één week toe te kennen (10 weken ipv 9 weken). De maatregel is van toepassing op vrouwen die om medische redenen in het kader van de zwangerschap de volledige periode van het prenataal verlof van 6 weken moeten opnemen. Dit geldt voor zwangerschappen vanaf 1 september 2006. Minister van Ambtenarenzaken Christian Dupont stelde het ontwerp van koninklijk besluit voor. Het is de toepassing op statutaire vrouwen van de beslissingen die de Bijzondere Ministerraad van Oostende op 20 maart 2004 nam. Zodoende worden vanaf nu alle beslissingen van Oostende omgezet binnen de overheidsdiensten. Ter herinnering: het gaat om de volgende beslissingen: - De verlenging van het zwangerschapsverlof bij een meerlinggeboorte: twee bijkomende weken na de bevalling. - De verlenging van het zwangerschapssverlof met een duur die gelijk is aan de duur van de hospitalisatie van een pasgeboren kind (afgezien van de eerste 7 hospitalisatiedagen). - De versoepeling van het zwangerschapsverlof: in plaats van 7 weken prenataal verlof gevolgd door 8 weken postnataal verlof worden de 15 weken van het zwangerschapsverlof verdeeld in 6 weken prenataal verlof en 9 weken postnataal verlof. - De invoering van een bijkomende week verlof voor vrouwen die de volledige periode van het prenataal verlof van 6 weken moesten opnemen. De combinatie van deze twee laatste maatregelen biedt dus de mogelijkheid over de twee laatste jaren om de minimale gewaarborgde duur van het postnataal verlof van 8 naar 10 weken te verlengen in het geval van een probleemzwangerschap. Zo krijgen de vrouwen die een moeilijke zwangerschap hebben gehad, meer tijd om hun kind te verzorgen en te ontdekken. Volgens de Minister waarborgen deze maatregelen een beter evenwicht tussen het gezins- en het beroepsleven van de vrouwen en werken ze de gelijkheid tussen mannen en vrouwen in de hand, ook binnen de overheidsdiensten.