Spoorweginfrastructuur
Verdeling van de capaciteiten en retributie voor het gebruik van de spoorweginfrastructuur - tweede lezing
Verdeling van de capaciteiten en retributie voor het gebruik van de spoorweginfrastructuur - tweede lezing
De ministerraad keurt op voorstel van eerste minister Yves Leterme en staatssecretaris voor Mobiliteit Etienne Schouppe in tweede lezing een ontwerp van koninklijk besluit (*) goed over de spoorweginfrastructuurcapaciteiten en de retributie voor het gebruik van de spoorweginfrastructuur.
Het ontwerp legt een stelsel vast dat de infrastructuurbeheerder en de spoorwegondernemingen aanmoedigt om tekortkomingen te beperken en de prestaties van het spoorwegnet te verbeteren door het gebruik van de infrastructuur te optimaliseren. Om de regels en de stiptheid op het Belgische spoorwegnet beter te laten naleven, wordt zowel voor het reizigers- als voor het goederenvervoer een stelsel van bonussen en sancties (malus) ingevoerd. Het stelsel is gebaseerd op:
- de verbetering van de prestaties
- de begrenzing van de financiële weerslag
- geen financiële staatsinterventie
- de evolutie van het systeem in functie van de evolutie van het gebruik van de infrastructuur
- de vaststelling van spoorwegincidenten op een niet-betwistbare manier
- de mogelijkheid om de verantwoordelijkheid voor de vertragingen wegens incidenten aan een onafhankelijke instantie voor te leggen
Het ontwerp legt eveneens een testbijdrage op voor het uitvoeren van tests met rollend materieel. Die bijdrage dekt de kosten van de infrastructuurbeheerder.
Het ontwerp voert de wet van 4 december 2006 uit betreffende het gebruik van de spoorweginfrastructuur en zet gedeeltelijke richtlijn 2001/14/EG van het Europese Parlement en de Raad van 26 februari 2001 om inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van rechten voor het gebruik van spoorweginfrastructuur alsmede inzake veiligheidscertificering.
(*) tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 december 2004.