Activiteitenverslag 2010 van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen
Brussel, 29 september 2011 – Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen publiceert zijn activiteitenverslag 2010. Het is opgebouwd rond drie grote assen en vestigt de aandacht op de discriminaties en ongelijke behandelingen op grond van het geslacht.
Brussel, 29 september 2011 – Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen publiceert zijn activiteitenverslag 2010. Het is opgebouwd rond drie grote assen en vestigt de aandacht op de discriminaties en ongelijke behandelingen op grond van het geslacht.
Versterking van de strijd tegen de discriminaties Er werd een eerstelijnsdienst op poten gezet om de vragen om informatie en de klachten beter te kunnen behandelen. “Deze nieuwe organisatie van onze diensten springt misschien niet onmiddellijk in het oog vanuit een extern standpunt, maar de burger, die bij ons altijd centraal staat, zal de eerste zijn die er de voordelen van zal ondervinden”, aldus Michel Pasteel, directeur van het Instituut. Sensibiliseren In 2010 voerde het Instituut een grote bewustmakingscampagne om de aandacht te vestigen op de vier discriminaties waarmee het Instituut het vaakst te maken krijgt: zwangerschaps- en moederschapsdiscriminaties, seksisme, geweld en de loonkloof. Deze campagne was hoofdzakelijk gericht op de vrouwelijke burgers, de voornaamste slachtoffers van deze discriminaties, maar ook de mannen werden erbij betrokken. Het Belgische voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie: een prestatie om trots op te zijn “Het Instituut heeft zich sterk toegelegd op het Belgische voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie om het Europees gendergelijkheidsbeleid te consolideren en te verbeteren, en we zijn bijzonder trots en tevreden over de behaalde resultaten”, verklaartMichel Pasteel. Drie evenementen dienen daarbij zeker vermeld te worden: de conferentie over de loonkloof, de informele vergadering van de ministers van gelijke kansen en de Top van vrouwelijke ministers van de EU over de bestrijding van het geweld tegen vrouwen. Klachten In 2010 ontving het Instituut 448 telefonische oproepen via zijn gratis nummer 0800 12 800. In totaal registreerde het Instituut 221 meldingen, waarvan 91 informatieaanvragen en 130 klachten. Dit is een sterke toename van het aantal informatieaanvragen (51%). Het Instituut merkt op dat als men het cijfer (130 klachten) vergelijkt met de statistieken uit zijn verschillende studies, deze klachten slechts het topje van de ijsberg zijn. Heel wat slachtoffers dienen namelijk geen klacht in. Het toegenomen aantal informatieaanvragen lijkt eveneens in deze richting te gaan. Het Instituut registreerde 40 klachten van mannen tegenover 70 klachten van vrouwen.(1) Dit verschil komt overeen met de realiteit die het Instituut regelmatig vaststelt in zijn studies: vrouwen worden vaker het slachtoffer van geslachtsdiscriminatie dan mannen. Zoals elk jaar stelt het Instituut vast dat vrouwen vaker gediscrimineerd worden in de domeinen ‘werk’ en ‘onderwijs en opleiding’, terwijl discriminatie van mannen vaker voorkomt in het domein ‘goederen en diensten’. Drie discriminatiegronden uitgelicht In het domein ‘werk’ steeg het aantal informatieaanvragen en klachten met 12%. Ook het aantal informatieaanvragen en klachten die specifiek betrekking hadden op zwangerschap nam toe, tot bijna de helft van de klachten in het domein ‘werk’ (42%). Sinds 2005 zijn er bijna 7 keer zoveel klachten in het domein transseksualiteit. Ook seksisme, dat vaak als minder ernstig wordt beschouwd in termen van discriminatie, wordt meer en meer aangeklaagd: het Instituut stelde een toename van 52% vast van het aantal klachten in dit domein.“Kort gezegd, bij de drie motieven voor discriminatie waarop het Instituut zich heeft geconcentreerd in zijn onderzoek, publicaties en campagnes, namelijk zwangerschap, seksisme en transseksualiteit, is het aantal klachten toegenomen. Deze resultaten zijn bemoedigend en onze inspanningen werpen vruchten af”, stelt Michel Pasteel vast.
Adviezen en aanbevelingen In 2010 bracht het Instituut twee adviezen uit: een eerste over het wettelijk kader met betrekking tot het voorbehouden van een uniek Europees nummer voor de informatie- en hulpdiensten voor slachtoffers van gendergerelateerd geweld en een tweede over de moederschapswetgeving. Het Instituut heeft ook drie aanbevelingen uitgebracht. De eerste volgde op zijn jaarlijks Verslag over de loonkloof tussen vrouwen en mannen in België. De tweede betrof de conclusies van zijn publicatie Zwanger op het werk. De ervaringen van werkneemsters in België. De derde aanbeveling vestigde de aandacht op de vaststellingen uit het onderzoek Ervaringen van vrouwen en mannen met psychologisch, fysiek en seksueel geweld. Partnergeweld Het IGVM begeleidt, coördineert en evalueert het nationaal actieplan ter bestrijding van partnergeweld, dat werd uitgebreid naar gedwongen huwelijken, eergerelateerd geweld en genitale verminking. In 2010 werd een ontwerp voor een vierde NAP 2010-2014 uitgewerkt op basis van overleg tussen de verschillende federale, gemeenschaps- en gewestministers die bij de problematiek betrokken zijn. Op 23 november 2010 werd dit nieuwe NAP ter bestrijding van partnergeweld en andere vormen van intrafamiliaal geweld 2010-2014 goedgekeurd op een interministeriële conferentie ‘Integratie in de samenleving’.Het Instituut in een paar cijfers
In 2010 bestond het Instituut uit 39 personeelsleden, waarvan 79% vrouwen. De gemiddelde leeftijd van het personeel is 33,65 jaar. De website van het Instituut werd in 2010 145.652 keer bezocht, een stijging met bijna 60% tegenover 2009. In het kader van een grote sensibilisatiecampagne in 2010 werden 60.000 affiches verdeeld via de partnernetwerken van het Instituut. Er werden er 600 opgehangen in de trams, bussen en metro’s van vijf grote steden (Brussel, Luik, Charleroi, Antwerpen en Gent) en nog eens 600 in alle Belgische stations.Contact:
Voor meer informatie kan u contact opnemen met:
Liesbet Vanhollebeke
E-mail: liesbet.vanhollebeke@igvm.belgie.be
Tel : 02/233 41 75
(1) De 20 overige klachten waren afkomstig van organisaties, bedrijven, enz.