Minister Karel De Gucht betreurt de negatieve uitslag van het Ierse referendum
Minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht betreurt de negatieve uitslag van het Ierse referendum over het Verdrag van Lissabon. Hij zegt ervan overtuigd te zijn dat de uitgebrachte stemming geen verwerping van de Europese constructie door de Ierse bevolking vertaalt, maar integendeel, nogmaals de noodzaak aantoont van een hervorming van de Europese Instellingen teneinde hun functioneren transparanter en begrijpelijker te maken voor de bevolking van de Unie, wat precies een van de bestaansreden is van het verdrag van Lissabon.
Minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht betreurt de negatieve uitslag van het Ierse referendum over het Verdrag van Lissabon. Hij zegt ervan overtuigd te zijn dat de uitgebrachte stemming geen verwerping van de Europese constructie door de Ierse bevolking vertaalt, maar integendeel, nogmaals de noodzaak aantoont van een hervorming van de Europese Instellingen teneinde hun functioneren transparanter en begrijpelijker te maken voor de bevolking van de Unie, wat precies een van de bestaansreden is van het verdrag van Lissabon.
Minister Karel De Gucht betreurt de negatieve uitslag van het Ierse referendum Brussel, 13 mei 2008 Minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht betreurt de negatieve uitslag van het Ierse referendum over het Verdrag van Lissabon. Hij zegt ervan overtuigd te zijn dat de uitgebrachte stemming geen verwerping van de Europese constructie door de Ierse bevolking vertaalt, maar integendeel, nogmaals de noodzaak aantoont van een hervorming van de Europese Instellingen teneinde hun functioneren transparanter en begrijpelijker te maken voor de bevolking van de Unie, wat precies een van de bestaansreden is van het verdrag van Lissabon. Minister De Gucht stelt vast dat het verdrag reeds werd aangenomen door een meerderheid van de Staten en dat er een brede consensus bestaat over de noodzaak om de Unie te hervormen. Het komt er dus op aan nu op een serene wijze de situatie te analyseren en na te gaan welke mogelijkheden er nog zijn om het Verdrag in werking te stellen. De Minister doet een oproep aan de Staten, die het verdrag nog niet geratificeerd hebben, om het ratificeringsproces zonder vertraging te finaliseren en hij drukt nogmaals de hoop uit dat het verdrag door België vóór het einde van de zomer zou geratificeerd zijn.