Onderzoeksbasis Antarctica
Financiering van het nieuwe onderzoekscentrum op Antarctica
Financiering van het nieuwe onderzoekscentrum op Antarctica
De ministerraad besliste het Belgisch Antarcticaonderzoek verder te zetten en hiervoor een financiering te voorzien. Hij besliste het initiatief van het International Polar Foundation (IPF) te steunen, om in 2007 een nieuwe wetenschappelijke basis op Antarctica te bouwen. Het IPF is een stichting van openbaar nut, waarvan Prins Filip erevoorzitter is. Zijn doel is om het publiek te sensibiliseren voor het belang van poolonderzoek en zijn relatie met het fenomeen van de klimaatwijziging. De nieuwe basis zal een zomerbasis zijn waar ten hoogste 20 wetenschappers gedurende vier maanden per jaar zullen werken. De basis wordt ingehuldigd in 2007-2008 in het kader van het internationaal programma van het internationaal Pooljaar. Dat valt samen met de vijftigste verjaardag van de oprichting van de Koning Boudewijnbasis. De Ministerraad kende extra vastleggingskredieten van 1 miljoen euro toe in 2007 voor de uitvoering van fase 2. Dit is op voorwaarde dat het IPF tegen 2006 het bewijs levert dat de private sector een financiële bijdrage van 4,4 miljoen euro heeft gedaan. De Ministerraad kent in 2008 en 2009 een extra bedrag van één miljoen euro per jaar toe aan POD Wetenschapsbeleid voor de werking, het beheer en het onderhoud van de basis en 500.000 euro per jaar voor wetenschappelijke projecten die verband houden met de basis. De ministerraad ging ook akkoord om een partnershipprotocol te sluiten met het IPF. De Koninklijke Munt van België zal een speciaal muntstuk slaan waarvan de opbrengst naar het IPF gaat. De Minister van Landsverdediging zet de contacten met het IPF en POD Wetenschapsbeleid verder om te onderzoeken welke samenwerkingsmogelijkheden er zijn. Dit is een voorstel van de heer Didier Reynders, Minister van Financiën, mevrouw Freya Van den Bossche, Minister van Begroting, de heer Marc Verwilghen, Minister van Economie en Wetenschapsbeleid, de heer André Flahaut, Minister van Landsverdediging, en de heer Karel De Gucht, Minister van Buitenlandse Zaken.