Grondwettelijk hof
Aanstelling van een advocaat door het Grondwettelijk hof en recht op juridische bijstand - tweede lezing
Aanstelling van een advocaat door het Grondwettelijk hof en recht op juridische bijstand - tweede lezing
Opdat ook mensen met een lager inkomen toegang zouden hebben tot het Grondwettelijk hof, besliste de ministerraad op voorstel van eerste minister Herman Van Rompuy en minister van Justitie Stefaan De Clerck om de ambtshalve aanstelling van een advocaat door het Grondwettelijk hof en de toegang tot juridische bijstand voor beroepen bij het Grondwettelijk hof te organiseren.
Het ontwerp bevestigt dat de voorwaarden om recht te hebben op juridische bijstand ook van toepassing zijn op beroepen bij het Grondwettelijk hof (deel twee, boek IIIbis gerechtelijk wetboek). Daarnaast legt het de regels vast op basis waarvan het Grondwettelijk hof ambtshalve een advocaat kan toewijzen (art 75 bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk hof). Het ontwerp werd aangepast aan het advies van de Raad van State.
Elke natuurlijke persoon en rechtspersoon, Belg of buitenlander kan een beroep tot vernietiging van een rechtsnorm bij het Grondwettelijk hof ondienen als hij of zij in het verzoekschrift een persoonlijk belang kan aantonen. Het Grondwettelijk hof heeft de exclusieve bevoegdheid om de rechtsnormen te toetsen aan de bepalingen in de grondwet en de bijzondere wetten over de hervorming van de instellingen die de bevoegdheden van de staat, de gemeenschappen en de gewesten bepalen. Het Grondwettelijk hof kan ook uitspraak doen over de schending van fundamentele rechten en vrijheden gewaarborgd in de grondwet door een wetskrachtige norm.