Sociale reglementering in het wegvervoer
Praktische modaliteiten van de inwerkingtreding van de verordening die bepaalde sociale voorschriften voor het wegvervoer harmoniseert
Praktische modaliteiten van de inwerkingtreding van de verordening die bepaalde sociale voorschriften voor het wegvervoer harmoniseert
De ministerraad keurde een ontwerp van koninklijk besluit goed dat de praktische modaliteiten regelt van de inwerkingtreding van de verordening die bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer harmoniseert. (nr 561/2006, Europees Parlement en Raad van 15 maart 2006 *) Het ontwerp dat minister van Mobiliteit Renaat Landuyt voorstelde, voorziet afwijkingen en uitvoeringsmaatregelen van de verordening die de sociale reglementering in het wegvervoer harmoniseert. De verordening geeft voorschriften voor de rijtijden, de onderbrekingen en de rusttijden van bestuurders in het wegvervoer van goederen en personen. De bedoeling is om de concurrentievoorwaarden tussen verschillende vervoersmiddelen over het land te harmoniseren, en de werkomstandigheden en verkeersveiligheid te verbeteren. De verordening heeft ook als doel de controle en handhaving door de lidstaten te bevorderen. Het ontwerp dat de ministerraad heeft goedgekeurd, voegt eraan toe hoe de opsporing en de vaststelling van de inbreuken op de verordening en het besluit moeten gebeuren en welke personen ervoor bevoegd zijn. Het somt de voertuigen op waarvan de bestuurder niet onderworpen is aan de rij- en rusttijden. Daarnaast brengt het de minimumleeftijd van de bijrijders terug tot 16 jaar voor nationaal vervoer binnen een straal van 50 kilometer van de standplaats van het voertuig met het oog op de beroepsopleiding in het kader van het deeltijds werken en leren. Het ontwerp treedt in werking op 11 april 2007, dezelfde dag als de verordening. (*) en tot wijziging van verordening nr 3821/85 en 2135/98 van de Raad en tot intrekking van verordening 3820/85 van de Raad.