Springplank naar duurzame werkgelegenheid voor de minstbedeelden
Op voorstel van Frank Vandenbroucke, Minister van Werk en Pensioenen, Kathleen Van Brempt, Staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het werk, Rudy Demotte, Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en Maria Arena, Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen, hechtte de Ministerraad zijn goedkeuring aan het principe van toekenning van financiële hulp aan de OCMW's opdat deze aan hun publiek een begeleiding verzekeren die hen de mogelijkheid biedt duurzaam te worden ingeschakeld op de arbeidsmarkt.
Op voorstel van Frank Vandenbroucke, Minister van Werk en Pensioenen, Kathleen Van Brempt, Staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het werk, Rudy Demotte, Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en Maria Arena, Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen, hechtte de Ministerraad zijn goedkeuring aan het principe van toekenning van financiële hulp aan de OCMW's opdat deze aan hun publiek een begeleiding verzekeren die hen de mogelijkheid biedt duurzaam te worden ingeschakeld op de arbeidsmarkt.
DE MAATREGEL IN HET KORT - De OCMW's kunnen een financiële tegemoetkoming genieten teneinde specifieke vormen van integratiebeleid te ontwikkelen voor hun publiek. - Deze begeleiding wordt gecoördineerd door partnerschaps-akkoorden met de openbare diensten voor werkgelegenheid en gewestelijke vorming. - De doelstelling bestaat erin de overgang te bevorderen van het leefloon of van de welzijnscentra naar de klassieke arbeidsmarkt. - De federale interventie zal worden gekoppeld aan de inschakeling in de bedrijfswereld. - De jaarlijkse subsidie bedraagt 500 ¬ per persoon. DE CONTEXT De wet op het leefloon van 26 mei 2002 bekrachtigde het recht op arbeid voor de sociaal gemarginaliseerde doelgroepen ressorterend onder de OCMW's. Zij legde de klemtoon op speciaal voor die personen ontworpen inschakelingstrajecten teneinde hen de toegang te vergemakkelijken tot het verwerven van een beroepservaring op de arbeidsmarkt. De maatregel is een succes : 12.000 personen onderschreven een inschakelingscontract. Welgeteld 10.000 onder hen genieten de maatregel " artikel 60 § 7 ", een vorm van sociale bijstand waarmee het OCMW de werkzoekenden een baan bezorgt: de persoon in kwestie kan hetzij in de eigen diensten worden tewerkgesteld, hetzij ter beschikking worden gesteld van derden. Het OCMW ontvangt daartoe een subsidie vanwege de federale overheid voor de hele duur van de tewerkstellingsperiode. Teneinde bovendien de tewerkstelling in privébedrijven te stimuleren, werd in de vorige legislatuur beslist om de maatregel " artikel 61 " verder te ontwikkelen, met name door de OCMW's in staat te stellen overeenkomsten te sluiten met een privébedrijf. Het volstaat voor een OCMW om de gerechtigden op een leefloon of op een sociale tegemoetkoming voor tewerkstelling onder te brengen bij een werkgever van de privésector en aan deze laatste een tutoraatspremie toe te kennen van 250 ¬ in ruil voor een begeleidings- en opleidingsprogramma van de tewerkgestelde persoon. Deze maatregel bleek echter ontoereikend om de OCMW-gerechtigden er op een dynamische wijze toe aan te zetten, reële verbintenissen aan te gaan bij de werkgevers van de privésector. Teneinde derhalve een duurzame inschakeling tot stand te kunnen brengen bij deze uiterst kwetsbare doelgroepen, dienen nog veel inspanningen te worden geleverd. In het bijzonder wanneer het erom gaat, hen de nodige beroepskwalificaties te bezorgen die hen in staat moeten stellen om een arbeidsovereenkomst te sluiten in de traditionele privésector. Vaak dient een OCMW, van zodra een persoon effectief wordt tewerkgesteld, het hoofd te bieden aan moeilijkheden van sociale aard die te maken hebben met de kenmerken die eigen zijn aan het doelpubliek (stiptheid op de werkplek, overmatige schuldenlast, persoonlijke problemen van de betrokkene...). Vandaar dringt zich de noodzaak op van begeleidingsmethodes die zijn aangepast aan de specificiteiten van genoemde doelpublieken en dit, voorafgaandelijk aan het tewerkstellen van de betrokken personen bij privéwerkgevers. Om redenen van doeltreffendheid en rationaliteit, dient men zich daarbij te baseren op de verworven deskundigheid en know-how die door de openbare tewerkstellings- en opleidingsorganismen of hun erkende partners via de trajectontwikkeling aan de betrokkenen werden verstrekt. DE VOORSTELLEN GOEDGEKEURD DOOR DE MINISTERRAAD : - De maatregel strekt ertoe, de OCMW's in staat te stellen partnerschapsovereenkomsten te sluiten met de regionale openbare tewerkstellings- en opleidingsorganismen. - Doel is : een grotere deelname van de gerechtigden op een leefloon of maatschappelijke tegemoetkomingen gedurende de diverse stadia van het inschakelingstraject, teneinde hun kansen op aanwerving bij de werkgevers van de privésector te verhogen. - Een jaarlijkse subsidie van 500 ¬ per begeleide persoon wordt aan het OCMW uitgekeerd. De federale interventie wordt gekoppeld aan een inschakeling, in de onderneming, van iedere individueel begeleide persoon. Het inschakelingsmechanisme stoelt op partnerschapsovereenkomsten met de openbare tewerkstellings- en opleidingsorganismen van de drie Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap, rekening houdend met hun regionale specificiteiten. - De OCMW's zullen ook over de mogelijkheid beschikken om een beroep te doen op prospectie-instrumenten betreffende de werkaanbiedingen in de privésector die ontwikkeld werden door de regionale openbare diensten voor arbeidsbemiddeling. - De partnerschapsovereenkomsten zullen tevens gebruik maken van een methodologie inzake de socioprofessionele balans, afgestemd op de bijzondere kenmerken van die doelpublieken. RECHTHEBBENDEN EN KOSTPRIJS De kostprijs van de maatregel bedraagt 500 ¬ per begeleide persoon en per jaar. De maatregel wil ieder jaar voorzien in de intensieve begeleiding van 7.500 gerechtigden op het leefloon of op sociale tegemoetkomingen, in partnerschap met de regionale diensten voor arbeidsbemiddeling. Het budget hiervoor bedraagt derhalve 3.750.000 ¬. Het ultieme doel van deze maatregel is ervoor te zorgen dat de meest kwetsbaren en laag geschoolden toegang zouden krijgen tot de klassieke arbeidsmarkt.