Bestrijding van de digitale kloof
De Ministerraad heeft Marie Arena, Minister voor maatschappelijke Integratie, in samenwerking met Staatssecretaris Peter Vanvelthoven, belast met de coördinatie bij het opstellen van het Nationaal actieplan voor de digitale insluiting, in overleg met de betrokken Ministers. De Ministerraad heeft tevens de krachtlijnen van haar globaal plan voor de bestrijding van de digitale kloof goedgekeurd.
De Ministerraad heeft Marie Arena, Minister voor maatschappelijke Integratie, in samenwerking met Staatssecretaris Peter Vanvelthoven, belast met de coördinatie bij het opstellen van het Nationaal actieplan voor de digitale insluiting, in overleg met de betrokken Ministers. De Ministerraad heeft tevens de krachtlijnen van haar globaal plan voor de bestrijding van de digitale kloof goedgekeurd.
DE MAATREGEL Het plan voor de bestrijding van de digitale kloof steunt op de volgende grote krachtlijnen : - de inventaris opmaken van de bestaande maatregelen op federaal, gewestelijk, gemeenschaps- en lokaal vlak, - de federale ministers aanzetten tot het opstarten van pilootprojecten, - de Minister van Maatschappelijke Integratie zal, in samenwerking met de Staatssecretaris voor de Informatisering van de Staat, het opstellen van het Nationaal actieplan voor de digitale insluiting coördineren, - vanaf 2005 zal er een nieuwe begrotingslijn worden ingevoerd voor de bestrijding van de digitale kloof. DE CONTEXT De digitale kloof. Wat is dat ? De digitale kloof wordt steeds breder in België. De uitvoering van een efficiënt strijdplan wordt dus dringend. Maar wat verstaat men onder " digitale kloof "? De digitale kloof drukt de sociale tweedeling uit op het vlak van de verspreiding en het gebruik van de informatietechnologie. Dit verschijnsel vergroot de " dualisering " tussen de " meest bevoorrechten " en de " minst bevoorrechten ". Wat zijn de oorzaken van de digitale kloof ? Eerst en vooral is er de moeilijke toegang tot de informatie en communicatie technologie (ICT) en tot het Internet, veroorzaakt door een te laag gezinsinkomen. Dit is veruit de meest determinerende factor. Zo zijn er in België 24 computers voor 100 inwoners, wat duidelijk minder is dan in andere landen van Europa. Slechts één gezin op twee beschikt thuis over een PC en 51% van de Belgen heeft nog nooit een beroep gedaan op informatica ... De moeilijkheden bij het gebruik vormen eveneens een oorzaak : slechts 36,4% van de Belgische gezinnen beschikt over een internetverbinding (meer dan 60 % in Nederland). Slechts een derde van de Belgen gebruikt af en toe het Internet (tegen 53 % in Nederland). Daar tegenover staat dat 93 % van de Belgische bedrijven verbonden zijn met het Internet. De digitale kloof scheidt ook mannen en vrouwen. De vrouwen zijn sterk ondervertegenwoordigd in de ICT beroepen en vooral talrijk aanwezig in activiteiten die geen gelegenheid bieden om met deze technologieën om te gaan. In België gebruikt 19,7 % van de vrouwen thuis de PC voor het werk en 23,9 % voor privézaken, tegen respectievelijk 24,2% en 34,4% voor de mannen. Maar het aantal vrouwelijke internetgebruikers stijgt sneller dan het aantal mannelijke gebruikers. Globaal gezien zijn de minder gegoede sociale groepen ondervertegenwoordigd voor het gebruik van de ICT (6,2 %) ten aanzien van de gegoede sociale groepen (28,7 %). Deze situatie kan worden verklaard door het gebrek aan middelen, door de lagere tewerkstellingsgraad en door de lage scholingsgraad van de achtergestelde gezinnen. Wat zijn de gevaren van dit gebrek aan toegang tot de ICT ? Het gebrek aan toegang tot de ICT kan aan de basis liggen van vier soorten discriminaties : - bij het zoeken naar werk en bij de verdere professionele ontwikkeling, - voor het verbruik, daar men geen toegang heeft tot de goederen en diensten die op het Internet worden aangeboden, - in de communicatie : er kan uitsluiting ontstaan door het verbreken van de bestaande sociale netwerken en door de grote selectiviteit van de nieuwe netwerken, - in de democratische oefening, daar sommigen geen toegang hebben tot de overheidsinformatie en niet aan de democratische debatten kunnen deelnemen. Tot besluit : de digitale kloof vergroot de sociale uitsluiting. Daarom is het belangrijk dat er in België een beleid van integratie in de informatiesamenleving wordt gevoerd. Daartoe zal de Minister van Maatschappelijke Integratie de redactie van het Nationaal actieplan voor de digitale insluiting coördineren, in samenwerking met Peter Vanvelthoven, de Staatssecretaris voor de Informatisering van de Staat. DE DOOR DE MINISTERRAAD GOEDGEKEURDE VOORSTELLEN : In een eerste fase zal de Minister van Maatschappelijke Integratie de inventaris maken van de federale, gewestelijke, gemeenschaps- en lokale maatregelen. Nog voor de zomer van 2004 zal deze inventaris ter analyse aan een studiedag worden voorgelegd In een tweede fase zullen de Federale Ministers worden aangespoord om pilootprojecten op te starten. Zo zal de Minister van Maatschappelijke Integratie als voorbeeld de volgende projecten opstarten : - Oprichting, in partnerschap met vijf Ocmw's, van tien informaticavoorzieningen (bijvoorbeeld, in rusthuizen, in inpassingdiensten, in sociale restaurants) bestaande uit één nieuwe beveiligde server en gerecycleerde terminals uitgerust met vrije software. Dit project moet de collectieve toegang tot de kennismaatschappij vergemakkelijken voor de meest achtergestelde groepen. Het project zal tevens de vestigingsvoorwaarden bestuderen van digitale overheidsvoorzieningen in plaatsen die ver verwijderd liggen van elke technologie. - Verruiming van de toekenningvoorwaarden van subsidies voor sociale en culturele participatie die aan Ocmw's worden toegekend, ten voordele van projecten die de toegang tot en het gebruik van de informatie- en communicatietechnologieën vergemakkelijken voor Ocmw klanten. - Ter beschikking stellen van informaticamateriaal dat door de administratieve diensten van de Minister van Maatschappelijke Integratie wordt afgedankt, voor recyclage en hergebruik in het raam van het project informaticavoorzieningen. Al deze pilootprojecten vergroten de collectieve toegangsmogelijkheden en ze zijn geenszins bedoeld om de individuele uitrusting te bevorderen. In een derde fase zal de Minister van Maatschappelijke Integratie, in samenwerking met de Staatssecretaris voor de Informatisering van de Staat, het opstellen van een Nationaal actieplan voor de digitale insluiting en het overleg met de Gewesten en Gemeenschappen coördineren. Deze coördinatie zal in overleg met de betrokken Federale Ministers worden verricht. Dit plan zal een door de diverse overheidsniveaus bijgetreden diagnose maken, zodat ze hun acties ten voordele van de digitale insluiting zullen kunnen coördineren. Vanaf 2005 zal een nieuwe begrotingslijn worden toegevoegd aan de begroting voor Sociale Integratie, op basis van de evaluatie van de pilootprojecten en van de inhoud van het Nationaal actieplan voor de digitale insluiting.